16 ervaringsverhalen over duurzaamheid in het UMC Utrecht

“Ik bestel voorraden en zie dus ook hoeveel het kost. Daar schrok ik van, al die kleine beetjes voedselverspilling tellen op tot grote jaarbedragen. Daar kun je een hoop andere dingen in de zorg mee doen.” Als student was Babs al statistiekfanaat. Ze deed niets liever dan Excel lijsten maken en wilde ook altijd weten, wat er daarna gebeurt. “Dat ben ik hier op de verpleegafdelingen ook gaan monitoren. Het klinkt cliché, maar meten is weten. Je ziet gewoon wat je weggooit.” 


Wilt u ook boter?
Eén doos met mini-boterkuipjes per week moest Babs weggooien. “Ik heb zo’n doos in het werkoverleg meegenomen, om te laten zien: dit verspillen we. Dat werkt wel! Nu vragen we iedere patiënt: wilt u ook boter? Een botertje klinkt weinig, maar het telt op.” Daarom houdt ze nu samen met haar collega’s bij, wát er precies wordt weggegooid. Bijvoorbeeld de farmersalade voor op brood werd nooit gegeten, kwamen ze achter. Die is uit het assortiment gehaald.


Ten minste houdbaar tot…
In de dienkeuken hangt een lijst van producten uit de voorraad, die bijna over datum zijn. “Dit houden we nu bij op een bord. Creatieve collega’s bedenken leuke dingen met wat er op dat bord staat. Dan maken ze puddingbroodjes van custard die bijna over datum is. Patiënten vinden dat leuk, af en toe iets anders bij de koffie. Dit hebben we nu breder getrokken: vanuit de dagelijkse werkoverleg, de dagstarts, proberen we vooraf aan te geven wat op moet. Zo kunnen we het verdelen over de verpleegafdelingen in het hele ziekenhuis.”


Waste-meting
Cluster voeding meet regelmatig de waste van de voeding. “Om vier uur eindigt onze dienst, dus wij zien niet wat er van de avondmaaltijden uit de patiëntkamers terugkomt. Daarvoor is de waste-meting nodig.” Waste wordt gemeten in de afwasruimte van reiniging en onderhoud in cluster voeding. De grootste verspilling zit nu nog op warme maaltijden. Alle divisies samen bestelden in 2018 gemiddeld 455 maaltijden per dag, hiervan kwamen er 57 onaangeroerd per dag retour. Dit is ongeveer één op de acht maaltijden. 

“Soms komen patiënten pas heel laat terug uit de dagbehandeling of een operatie loopt uit. Dan weten ze niet zeker of ze nog eten op de afdeling. Na half drie kunnen wij warme maaltijden niet meer afbestellen bij de keuken.” Deze maaltijden worden nu afgeleverd bij de late dienst. Babs: “De bestelling van een patiënt die al weg is van de verpleegafdeling kan vanuit de centrale keuken natuurlijk naar een late patiënt of spoedopname. Vroeger deden we altijd nabestellingen, zodat er voor iedereen iets is. Nu bellen we minder snel naar de keuken. Als schuiven niet lukt, is er altijd nog wel een broodmaaltijd beschikbaar. Vaak vinden patiënten dat geen enkel probleem.”


Het onderwerp verspilling leeft nu meer 
Om het aantal onaangeroerde warme maaltijden die van de verpleegafdelingen terugkomen te reduceren tot maximaal 5% zijn tips geformuleerd voor de verpleegafdelingen. Zoals een overdracht tussen verpleging en voedingsassistenten rond het tijdig afbestellen van warme maaltijden voor patiënten die naar huis gaan, nuchter moeten blijven of naar de operatiekamer gaan. 

“De eerste meting van eind 2018 gaf een gemiddelde verspilling van 12.5% weer. De meting in maart 2019 9.1%. Dus er is nog zeker ruimte voor verbetering, maar er is wel al ongeveer een derde van af. Als voedingsassistenten moeten we goed samenwerken met de verpleegafdelingen om dit aan te pakken. De collega’s daar zijn medeverantwoordelijk voor de verspilling en hebben het meeste zicht op de behoeften van de patiënt. Inmiddels is het gesprek op gang met de verpleging bij C3. Onze teamleider neemt punten mee naar het overleg van de verpleging. Het onderwerp verspilling leeft nu meer.” 

“Ik bestel voorraden en zie dus ook hoeveel het kost. Daar schrok ik van, al die kleine beetjes voedselverspilling tellen op tot grote jaarbedragen. Daar kun je een hoop andere dingen in de zorg mee doen.” Als student was Babs al statistiekfanaat. Ze deed niets liever dan Excel lijsten maken en wilde ook altijd weten, wat er daarna gebeurt. “Dat ben ik hier op de verpleegafdelingen ook gaan monitoren. Het klinkt cliché, maar meten is weten. Je ziet gewoon wat je weggooit.” 


Wilt u ook boter?
Eén doos met mini-boterkuipjes per week moest Babs weggooien. “Ik heb zo’n doos in het werkoverleg meegenomen, om te laten zien: dit verspillen we. Dat werkt wel! Nu vragen we iedere patiënt: wilt u ook boter? Een botertje klinkt weinig, maar het telt op.” Daarom houdt ze nu samen met haar collega’s bij, wát er precies wordt weggegooid. Bijvoorbeeld de farmersalade voor op brood werd nooit gegeten, kwamen ze achter. Die is uit het assortiment gehaald.


Ten minste houdbaar tot…
In de dienkeuken hangt een lijst van producten uit de voorraad, die bijna over datum zijn. “Dit houden we nu bij op een bord. Creatieve collega’s bedenken leuke dingen met wat er op dat bord staat. Dan maken ze puddingbroodjes van custard die bijna over datum is. Patiënten vinden dat leuk, af en toe iets anders bij de koffie. Dit hebben we nu breder getrokken: vanuit de dagelijkse werkoverleg, de dagstarts, proberen we vooraf aan te geven wat op moet. Zo kunnen we het verdelen over de verpleegafdelingen in het hele ziekenhuis.”


Waste-meting
Cluster voeding meet regelmatig de waste van de voeding. “Om vier uur eindigt onze dienst, dus wij zien niet wat er van de avondmaaltijden uit de patiëntkamers terugkomt. Daarvoor is de waste-meting nodig.” Waste wordt gemeten in de afwasruimte van reiniging en onderhoud in cluster voeding. De grootste verspilling zit nu nog op warme maaltijden. Alle divisies samen bestelden in 2018 gemiddeld 455 maaltijden per dag, hiervan kwamen er 57 onaangeroerd per dag retour. Dit is ongeveer één op de acht maaltijden. 

“Soms komen patiënten pas heel laat terug uit de dagbehandeling of een operatie loopt uit. Dan weten ze niet zeker of ze nog eten op de afdeling. Na half drie kunnen wij warme maaltijden niet meer afbestellen bij de keuken.” Deze maaltijden worden nu afgeleverd bij de late dienst. Babs: “De bestelling van een patiënt die al weg is van de verpleegafdeling kan vanuit de centrale keuken natuurlijk naar een late patiënt of spoedopname. Vroeger deden we altijd nabestellingen, zodat er voor iedereen iets is. Nu bellen we minder snel naar de keuken. Als schuiven niet lukt, is er altijd nog wel een broodmaaltijd beschikbaar. Vaak vinden patiënten dat geen enkel probleem.”


Het onderwerp verspilling leeft nu meer 
Om het aantal onaangeroerde warme maaltijden die van de verpleegafdelingen terugkomen te reduceren tot maximaal 5% zijn tips geformuleerd voor de verpleegafdelingen. Zoals een overdracht tussen verpleging en voedingsassistenten rond het tijdig afbestellen van warme maaltijden voor patiënten die naar huis gaan, nuchter moeten blijven of naar de operatiekamer gaan. 

“De eerste meting van eind 2018 gaf een gemiddelde verspilling van 12.5% weer. De meting in maart 2019 9.1%. Dus er is nog zeker ruimte voor verbetering, maar er is wel al ongeveer een derde van af. Als voedingsassistenten moeten we goed samenwerken met de verpleegafdelingen om dit aan te pakken. De collega’s daar zijn medeverantwoordelijk voor de verspilling en hebben het meeste zicht op de behoeften van de patiënt. Inmiddels is het gesprek op gang met de verpleging bij C3. Onze teamleider neemt punten mee naar het overleg van de verpleging. Het onderwerp verspilling leeft nu meer.”